Ontstaan van basisvertrouwen
Basisvertrouwen is belangrijk voor je welbevinden en persoonlijke ontwikkeling. Het ontstaat en ontwikkelt zich onder de invloed van biologie, opvoeding en omgeving.
Ongeveer 70 procent van het basisvertrouwen is aanwezig bij de geboorte, de overige 30 procent ontwikkelt zich tijdens de opvoeding. De omstandigheden waarin je opgroeit, zijn dus belangrijk. Het emotionele klimaat van de verzorgende omgeving speelt hierbij een belangrijke rol. Een groot deel van het basisvertrouwen ontstaat en ontwikkelt zich in de eerste 5 tot 7 jaar van je leven. Onderzoek toont aan dat dit proces nooit helemaal stopt. Als je als kind opgroeit in een onveilige omgeving, kan dit grote invloed hebben op het basisvertrouwen in je verdere leven. Denk aan emotioneel afwezige ouder(s) en gezinsleden met psychische problemen of verslaving. Of denk aan heftige gebeurtenissen en negatieve ervaringen in je jonge jaren.
Basisvertrouwen begint al bij de eerste hechtingsmomenten in de baarmoeder. Een gezonde omgeving met voldoende emotionele binding en vertrouwen biedt een veilige basis om je als embryo en foetus te ontwikkelen. We noemen dit ook wel: cellulair geheugen of oergeheugen. Dit vormt de basis voor je lichaamsgeheugen en je brein. Dit geheugen is ouder dan gedachten en kan daarom niet veranderd worden met gedachten alleen.
Pijn, psychische problematiek en stress van de moeder, maar ook roken en alcohol tijdens de zwangerschap kunnen invloed hebben op het basisvertrouwen van de foetus. Hormonen die de moeder afgeeft tijdens de zwangerschap en biochemische reacties spelen hierbij een rol. Het bewustzijn creëert direct een klimaat van verwelkoming. Of juist niet.
De geboorte is een belangrijk moment voor de ontwikkeling van basisvertrouwen. Als je geboren wordt, verzamel je al je kracht om het geboorteproces te doorstaan. Bij de geboorte gaat het leven in de baarmoeder over naar het leven buiten de baarmoeder. Het kind hoort de hartslag van de moeder en ruikt haar geur. Dit helpt om de stress van dat moment in goede banen te leiden en geborgenheid te ervaren. De eerste minuten en uren zijn bepalend voor de hechtingssituatie tussen moeder en kind. De tussenkomst van artsen – hoe noodzakelijk ook – kan dit proces verstoren. Dit kan leiden tot een verstoorde hechting. En dit kan weer leiden tot verminderd basisvertrouwen. Het proces van hechting en de ontwikkeling van basisvertrouwen associëren we vaak met de eerste levensjaren. Onderzoek wijst echter uit dat dit proces het hele leven doorgaat.
Gelukkig is het mogelijk om beschadigd basisvertrouwen op latere leeftijd alsnog geheel of gedeeltelijk te herstellen.
Basisvertrouwen is een fundamenteel onderdeel van de persoonlijke ontwikkeling. Het wordt beïnvloed door positieve en negatieve ervaringen in verschillende opgroeifasen. Als je bijvoorbeeld opgroeit in een onveilige omgeving, met emotioneel afwezige ouder(s), met gezinsleden met psychische problemen of verslaving, of als je heftige gebeurtenissen meemaakt in je jonge jaren, dan kan dit invloed hebben op het basisvertrouwen in je verdere leven.
Deze ervaringen worden opgeslagen op lichaamsniveau en celniveau. Dit hangt er bijvoorbeeld vanaf of de essentiële levensbehoeften worden vervuld. Wanneer basisvertrouwen onvoldoende ontwikkelt, ervaar je sneller spanningen en beschouw je situaties sneller als gevaarlijk. Langdurige stress kan leiden tot een overgevoeligheid en heftige stress- en angstreacties. Het kost je dan moeite om je emoties onder controle te houden. Je gedrag kan destructief worden. Je ontwikkelt overlevingsstrategieën die voortkomen uit eerdere ervaringen. Als je dit niet aanpakt, kun je hier ook op latere leeftijd last van hebben.